Corien:
“Onder invloed van informatietechnologie lijkt deze stelling zeker nog op te gaan. Maar met big data genereren we géén kennis, maar data-informatiekennis. Daarmee wordt de burger bijvoorbeeld in een hokje geplaatst. We hebben alleen geen idee hoe men tot dat hokje is gekomen. We begrijpen niet hoe die zelflerende systemen redeneren en hebben er dus ook niets over te zeggen. Als ik voor mijn gevoel niet in dat hokje thuishoor, moet ik dat gaan bewijzen. Het systeem heeft in feite dus meer recht van spreken. Degene die het systeem in handen heeft, de zogenaamde kennis, heeft daarmee de macht. Macht is trouwens niet per definitie iets negatiefs. Macht heeft altijd bestaan. Het is nodig om de samenleving te ordenen. Maar als macht misbruikt wordt, mensen in een bepaalde hoek drukt en tot grote verschillen in de samenleving leidt, moeten we er iets tegen doen.”
Corien: Degene die het systeem in handen heeft, de zogenaamde kennis, heeft tegenwoordig de macht.
“Hoewel ik technologie kritisch benader, zie ik absoluut ook voordelen. Technologie biedt kansen, bijvoorbeeld in de strijd tegen criminaliteit. De wereld is veranderd. Criminaliteit is voortaan vertakt en verweven met verschillende spelers. Je aanpak moet dus ook verweven zijn door verschillende systemen met elkaar te combineren en data bij elkaar te brengen. Intussen moeten we misbruik van data zien te voorkomen, onder meer door informatietechnologie transparanter te maken. Degene die het systeem in handen heeft, moet meer verantwoording afleggen.”
Barend:
“Grappig, deze stelling hing jaren aan mijn deur bij het Rathenau Instituut. Het is zeker waar dat de hoogleraar met veel aanzien een streepje voor heeft als hij met wetenschappelijk onderzoek komt. Maar geld is ook macht. En degene die charisma, stemmen en de publieke opinie mee heeft, is ook machtig. Maar het biedt allemaal geen garanties. Denk aan het RIVM dat, als onderdeel van de kennismachines, altijd direct werd geloofd. Maar dan komt het RIVM ineens in discussies terecht over vaccinaties, kunstgraskorrels en stikstofcijfers. Opeens roept iemand van buiten: Hé, jullie onderzoek klopt niet. Een interessant verschijnsel, want wetenschappelijke instanties zijn dat niet gewend. Wetenschappers zijn wel gewend om kennis te delen, niet om betrokken te raken bij maatschappelijke vraagstukken.”
Barend: De wetenschap is gewend om kennis te delen, niet om betrokken te raken bij maatschappelijke vraagstukken.
“Regelmatig krijgen wetenschappers te horen dat ze data moeten delen. Maar zo eenvoudig is het niet. Ik ben opgegroeid met de wetenschapssociologie van Bruno Latour. Hij sprak over the black box. Een uitspraak van het RIVM over stikstof was zo’n black box, waarachter een hele wereld schuilgaat van statistiek, meetapparatuur, benaderingen, aannames en competenties. Zolang de black box gesloten bleef, werden metingen als feiten geaccepteerd. Maar de boeren hebben nu de black box geopend en ontdekten de chaos achter de meting. Ze halen er een stukje uit en vragen: Wat is dit? Het RIVM: Dat is een benadering, onzekerheid. Boeren: Onzekerheid, maar het was toch een feit? Het RIVM: Ja, stop het maar gauw weer terug. Pas nu de boeren in de black box hebben kunnen kijken en rekenen, kan die weer gesloten worden."
Barend: Zolang de black box gesloten blijft, worden metingen als feiten geaccepteerd.
Er zijn steeds meer mensen die toegang hebben tot stukjes kennis in de black box. Dat heeft te maken met digitalisering, maar ook met de toename van hogeropgeleiden die claimen dat ze óók bepaalde expertise hebben. De wetenschappelijke dynamiek – de wetenschapper die de wereld vertelt wat de uitkomst is van een onderzoek – verandert daarmee. Wetenschappelijke kennis wordt niet meer vanzelfsprekend voor waar aangenomen. Dat is meteen een mooie link naar hoogmoed. Hoogmoed in de wetenschap was altijd de gedachte: wij lossen alle problemen op. Dat schept hoge verwachtingen, die wetenschappers steeds minder makkelijk kunnen waarmaken door de kritische blik van buitenaf.
Barend: Hoogmoed in de wetenschap is de gedachte: wij lossen alle problemen op.
“In de wetenschap is geïnstitutionaliseerd dat we op een gegeven moment dingen als waar aannemen. Als wij iets met zekerheid weten, zeggen we: Dit is waar. Als boeren, actievoerders, beleidsmakers en bedrijven vervolgens roepen dat het niet waar is, past dat niet in ons idee hoe feiten tot stand komen. Wat we zien is dat het waar worden van feiten afhankelijker wordt van het opnemen van die feiten in de praktijk.”