Een andere ervaring van tijd
De vraag is of we naast de kloktijd en economie ook nog een andere tijd kunnen ervaren? Een tijd die niks te maken heeft met uren tellen, bezuinigen, versnellen of besparen, maar met onze persoonlijke ervaring en beleving van tijd. Een tijd die niet zozeer draait om het ‘hebben’ van tijd, maar om het zelf ‘zijn’ van tijd. Om die beleving van tijd op te sporen, moeten we pas op de plaats maken, een pauze inlassen, op adem komen.
Op zoek naar een tijd die niet draait om ‘hebben’ maar om ‘zijn’.
Rust nemen valt voor de 21e-eeuwse mens nog niet mee, liet mijn boek Stil de tijd (2010) zien. We willen wel onthaasten, rust vinden en vertragen, maar het lukt nog niet goed. De afgelopen maanden is die pauzestand echter voor veel mensen door de COVID-19-pandemie afgedwongen. We leefden decennialang onder grote tijdsdruk en konden wel wat rust gebruiken. Van de ene op de andere dag kregen we zeeën van tijd, maar het viel nog niet mee die tijd goed te benutten. We hadden er niet vrijwillig voor gekozen en de zorgen over ons welzijn namen ons nog teveel in beslag. Wat ons nu overkomt is voor velen een vorm van verplichte ledigheid. We doen noodgedwongen minder, ook in onze vrije tijd, en juist deze onvrijwilligheid kan voor nog meer ongeduld en onrust zorgen. Het valt nog te bezien in hoeverre mensen zich juist nu voor een andere ervaring van tijd openstellen, maar aan de andere kant ervaren mensen deze periode ook als weldadig. Die innerlijke, persoonlijke ervaring van tijd wordt pas mogelijk als we niet 'rendabel' hoeven te zijn.
De ervaring van ‘zelf tijd zijn’ is moeilijk te beschrijven, maar vergelijk het met de ervaring van tijd als je opgaat in een muziekstuk, verhaal of mijmering. Je bent dan niet bezig met tijd ‘hebben’ en je telt de tijd ook niet, maar je verliest jezelf in het moment. Het is een soort eeuwigdurend ogenblik. Zulke momenten van aandacht kun je op allerlei manieren creëren: door te wandelen, te dagdromen, te mediteren, zingen, lezen, tuinieren of wat dan ook. Zolang je maar niet bezig bent met het economisch rendement van tijd hebben, tellen of meten.
In een ervaring van ‘zelf tijd zijn’ verlies je jezelf in een eeuwigdurend ogenblik.
Binnen dat kader zien we ook de groeiende behoefte om af en toe op retraite te gaan of in een bezinningsoord of klooster tot rust te komen. Steeds meer kloosters, ook in Brabant, zetten hun deuren open voor deze ervaring van stilte, bezinning en tijd. In het klooster komen sinds oudsher twee verschillende tijden samen: de chronologische tijd van vaste patronen, werkzaamheden, diensten en rituelen én de Kairotische of sacrale tijd van gebed, rondegang en meditatie.
Ook het verstrijken van de tijd, voelbaar in en om oude kloosters, kan een belangrijke rol spelen bij onze tijdservaring. Hoe ouder het klooster, hoe sterker onze innerlijke ervaring van tijd. De handen die de stenen muren vroeger stapelden, worden eeuwen later met nieuwe ogen bekeken, dat doet iets met ons. Het geeft behalve verstilling ook verdieping aan ons leven. Er is sprake van continuïteit, hoewel deze ook steeds door nieuwe interventies wordt onderbroken. Een klooster verandert in de tijd langzaam van functie, maar het wezenlijke ervan (een plek van reflectie, rust en bezinning) blijft bewaard. De twee verschillende dimensies of gezichten van de tijd hebben in de klassieke oudheid de namen Chronos en Kairos gekregen.