Steeds minder, vooral Poolse, arbeidskrachten willen in Brabant hun brood komen verdienen. Niet alleen de slechte leefsituatie en de groeiende maatschappelijke weerstand spelen een rol, maar ook de sneldraaiende Poolse economie en nieuwe Europese regelgeving die zorgt voor gelijkere beloning. Bovendien staan we aan de vooravond van robotisering en digitalisering waardoor banen verdwijnen in arbeidsintensieve bedrijfstakken als logistiek, agrofood en industrie. Om concurrerend te blijven moet er tijdig gezorgd worden dat deze bedrijfstakken zich aan de nieuwe realiteit aanpassen.
Voor bedrijfstakken in Brabant die de lonen laag moeten houden, is de inzet van relatief goedkope arbeidsmigranten nu nog een belangrijke overlevingsstrategie. Veel Brabantse werkgevers zijn daarom blij met personeel uit Polen, Roemenië en Bulgarije. Maar we zien ook andere effecten voor Brabant, zoals hardnekkige huisvestingvraagstukken, afbrokkelend draagvlak en robotisering. Mede daardoor bevindt de instroom van arbeidsmigranten zich op een kantelpunt.
Het aanbod van en de vraag naar arbeidsmigranten gaat verschuiven. Dat heeft op termijn consequenties voor gemeenten waar nu nog veel Polen wonen en werken, maar ook voor het bedrijfsleven. Los van de vraag hoe de economie zich aanpast aan de nieuwe realiteit, moeten de overheid en het bedrijfsleven op de korte termijn zorgen voor fatsoenlijke leefomstandigheden voor hen die al in Brabant zijn. Er is sprake van achterstallig onderhoud: arbeidsomstandigheden, huisvesting en integratie hebben dringend aandacht nodig.
In de longread ‘In goede banen?’ doen we drie aanbevelingen om de toekomst van arbeidsmigratie in goede banen te leiden.