Patronen
In de verkenning kijken we met een brede, integrale blik naar het platteland, van buitengebied tot dorp. Er zit een sociaal component in, maar we kijken óók naar de waardering van het Brabantse plattelandschap, naar de rol van data en die van technologie. De mix van deze elementen helpt ons inzicht te krijgen in het verleden en na te denken over de toekomst. In de geschiedenis ontdekten we verschillende patronen die de staat van het Brabantse buitengebied kunnen verklaren. Wij hebben ze respectievelijk ‘kantelpunten’, ‘grond’ en ‘provinciemakers’ genoemd. Hoe denken de deelnemers over de uitwerking van deze patronen?
Grond
Het meest urgente patroon draait volgens de deelnemers om grond. Wanneer is er eigenlijk bepaald dat alle grond van iemand is, vraagt Harry Te Riele zich af. Bettina Bock stipt in reactie daarop een nieuwe trend aan; gezamenlijk eigenaarschap.
Bettina: “In de westerse wereld leeft het idee dat het beter is om het eigenaarschap in één hand te houden, collectief eigendom zou maar rommelig zijn. Maar eigendom brengt zorgplicht met zich mee. En je zorgt nu eenmaal beter voor iets wat van jezelf is.
Derk Loorbach: “We moeten weg van de discussie collectief-individueel. De toekomst is translokaal. Mensen gaan in hun eigen omgeving het wiel opnieuw uitvinden (commons, lokale natuur, grondstoffen, cultuur, red.) met een ruggengraat van mondiale stromen van kennis, kapitaal en data.”
Anne vraagt zich af: “Welke rol speelt de overheid in het aanmoedigen van dit soort nieuwe initiatieven?”
Derk/Saar: “De overheid is niet de partij die het tij gaat keren. Beleid is een reactie op wat er in de maatschappij is ontstaan, een verzamelplaats van regels. De overheid heeft hierin zeker geen voortrekkersrol. Dat werkt niet ten tijde van problemen. Sterker nog: beleid werkt dan zelfs averechts: we zijn stikstof aan het optimaliseren, terwijl het een onhoudbaar spoor is.”
Marius Monen: “Regels geven duidelijkheid en perspectief, maar het is noodzakelijk om ze minder knellend te maken, bijvoorbeeld voor startende boeren. De gevestigde orde (overheid én ervaren boeren) kan hier een grote rol in spelen.”
Bettina: “De overheid hoeft geen initiatiefnemer te zijn. Haar rol is om randvoorwaarden te scheppen voor een rechtvaardige en duurzame samenleving en te zorgen voor wat kwetsbaar is. Daar hoort een verhaal bij dat over onze verantwoordelijkheid voor elkaar en de wereld gaat.”
Peter Beijer: “Eens. Bij de Herenboeren doet de overheid helemaal niet mee, en daar gaat het bijzonder goed. Misschien is het juist wel een voorwaarde om een initiatief van de grond te laten komen?”
Provinciemakers
Veel van wat goed is op het Brabantse platteland, is door informele netwerken tot stand gebracht. Deze clubs, vrijwilligers en verenigingen leveren een belangrijke bijdrage aan het succes van de provincie: het zijn onze ‘provinciemakers’. Volgens Harry spelen deze mensen weliswaar een onzichtbare, maar zeer belangrijke rol ten tijde van politieke onenigheid. “Waar de voordeur op slot gaat, blijft in Brabant de achterdeur altijd open.” Via dit reservesysteem dat losstaat van de gevestigde orde, krijgen deze provinciemakers toch nog dingen gedaan. Maar, het één kan niet zonder het ander. In de toekomst zullen formele en informele netwerken meer en meer aan elkaar moeten worden geknoopt, nu de burger steeds vaker het heft in eigen handen neemt.
En nu?
Gaan wij verder in de zoektocht naar de balans van schaarste en overvloed op in het plattelandschap. De verschillende sporen zullen leiden tot een brede verkenning van het Brabantse platteland, waaronder de tijdlijn, die we eind 2020 presenteren.