..
58b9924f80754
Activiteit

Fietsexpeditie 4

De afgelopen maanden doorkruiste Isis Boot, in opdracht van BrabantKennis, per tandem onze provincie in 6 ‘expedities’, steeds vergezeld door een andere gast. Uitgerust met een videocamera en typemachine ging ze op pad om verhalen en beelden op te halen: leeft het thema van groeiende verschillen en in hoeverre wordt het als een probleem ervaren? Het doel: sociale verschillen in Brabant in kaart brengen en meer licht werpen op de toenemende maatschappelijke scheidslijnen binnen de provincie. En hoe kan dat beter dan op de fiets?!

Op 3 september 2016 fietste Isis samen met Leeke Reinders tijdens de vierde expeditie een tocht in het Land van Cuijk: van Boxmeer via Wanroij en Haps naar Cuijk.

De 'andere' kant van de Peel

door Isis Boot

Samen met antropoloog Leeke Reinders doe ik dit keer het meest oostelijke puntje van Brabant aan: het land van Cuijk. We steken hiervoor het (ooit) moerassige gebied van de Peel over en verkennen er het leven op het Brabantse platteland.

Omdat boeren vroeg opstaan nemen wij ons voor dat ook te doen. Om de ochtend, als belangrijk dagdeel in het boerenritme, niet mis te lopen, reizen we een avond tevoren alvast af naar het oosten. We overnachten in stijl in een voormalig boerenschuur, bij een boerenechtpaar dat het erf tot een ‘Boertel’ heeft omgetoverd. Ze gaan creatief om met de veranderingen in het boerenbedrijf en in de streek, dat bijvoorbeeld te maken heeft met schaalvergroting. Vee is er nog steeds, naast gasten houdt de boer des huizes ook nog altijd koeien onder zijn dak, maar niet meer als belangrijkste directe inkomstenbron. Hij is dan ook overgestapt op een andere, bijzondere soort, rekeninghoudend met de nieuwe recreatieve focus van zijn bedrijf: “goed voor het verhaal, voor de gasten”. Het verhaal van het nostalgische boerenleven wordt rijkelijk benut en geeft een eigen sfeer aan de accommodatie. Zo is de hal bij onze kamer behangen met foto’s van het gezin en lijfspreuken, zoals ‘Als je het te druk hebt moet je rustig aan doen’. Boerenwijsheden geframed in een fotolijstje.

De boeren blijken niet meer zo vroeg op te staan als vroeger, we mogen dus toch een uurtje langer blijven liggen. Tijdens het ontbijt worden we bijgepraat over het reilen en zeilen in de streek en voordat we daadwerkelijk op pad gaan mogen we nog even de koeien aaien. Dan is het tijd om op de tandem te stappen en, dit keer letterlijk, het veld in te gaan.

58c1437acb080

In vergelijking met andere etappes in de expeditie kunnen we dit keer ver wegkijken over de weilanden en akkers. Het ogenschijnlijk zo ‘lege’ landschap blijkt stiekem veel informatie te bevatten. Begroeiing, bebouwing en perceelgrenzen onthullen een historie en verraden waar de bodem verandert en de Peel begint. In de voortuin van zijn gerenoveerde boerderij en ouderlijk huis ontmoeten we per toeval de plaatselijke makelaar, die tevens kenner en liefhebber van het landschap blijkt te zijn. We worden uitgenodigd voor een kop koffie omlijst met een uitgebreide uitleg over de geologie en natuurhistorie van de streek, die, tot op de dag van vandaag, sterk met de lokale cultuur blijkt samen te hangen. De Maas, het voormalige veenland, de provinciegrenzen en de ligging ten opzichte van Duitsland hebben allemaal hun eigen invloed op de historie, de taal, de gemeenschap en de manier van handelen – en onderhandelen in het Brabant aan de ‘andere kant’ van de Peel. De Middenpeelweg vertegenwoordigt nu de harde grens die het ondoordringbare moerasland ooit opwierp. Met andere ogen vervolgen we onze tocht, over pittoreske weggetjes, langs graan- en grasland, slootjes, gehuchtjes, bloemenweiden, megastallen en graansilo’s, een innovatief strohotel en de vele koeien-, varkens- en hobbyboeren.

Wanneer we weer dichter bebouwd gebied bereiken ontdekken we een ander belangrijk fenomeen. “Wat leuk dat jullie in Haps zijn met de kermis” luidt de verwelkomende boodschap die een passant op onze typemachine tikt. Hoewel de kermis die we aantreffen nog tamelijk stil op zijn bezoekers wacht, wordt het nog altijd als een hoogtepunt gezien, zo wordt ons verteld. Ook in Cuijk wordt dit bevestigd: “met de kermis en met carnaval kreeg je nieuwe kleren”. Het  fungeerde als een belangrijk moment van feestelijkheden, ontmoeting en, niet onbelangrijk, als huwelijksmarkt. Tegenwoordig zijn daar echter ook andere middelen voor: “mijn zoon heeft nu verkering met een meisje uit Noord-Limburg, een aantal dorpen verderop. Ze kennen elkaar via een digitale app, maar vroeger zouden ze elkaar nooit hebben ontmoet”. Door dit soort ontwikkelingen verandert met het mobieler worden van de jeugd niet alleen de sociale structuur van de gemeenschap, de culturele grenzen van de gemeenschappen worden ook diffuser.

Toch voelt men zich in het Land van Cuijk – waar men geen Brabants Dagblad maar de Gelderlander op de mat krijgt – zich een beetje vergeten door de provincie. Maar treuren doet men niet, de boeren zijn vindingrijk en helpen elkaar. Hier, als een eilandje ingesloten tussen Limburg, Gelderland, de Maas en de Middenpeelweg, spreekt men een eigen taal.